 |

Giorgos Andreas Papandreou jr.

Giorgos Andreas Papandreou (Saint Paul,
Verenigde Staten, 16 juni 1952) is een Grieks politicus.
Sinds 6 oktober 2009 is hij de premier van Griekenland.
Hij is de zoon van de politicus Andreas Papandreou en
kleinzoon van de politicus Giorgos Papandreou (senior). Hij
was minister van Buitenlandse Zaken van 1999 tot 2004.
Papandreou leidt sinds februari 2004 de politieke partij
PASOK.
Samen met zijn vrouw Ada heeft Papandreou twee kinderen.
Levensloop
Papandreou werd geboren in Saint Paul, Minnesota in de
Verenigde Staten. Zijn vader werkte daar op de universiteit.
Zijn moeder is een Amerikaanse. Hij studeerde aan Amherst
College, de Universiteit van Stockholm, London School of
Economics (LSE) en de Universiteit van Harvard. Hij behaalde
een bachelor in de sociologie aan Amherst en later een
master aan de LSE. Daarna deed hij een jaar onderzoek naar
de gevolgen van immigratie aan de Universiteit van
Stockholm. In 1992-93 was hij participant aan het programma
van het Foreign Relations Centre aan de Harvard-universiteit.
Nadat de democratie in 1974 weer was hersteld in Griekenland
keerde hij terug. Papandreou werd actief binnen de partij
van zijn vader het sociaaldemocratische Panellinio
Sosialistiko Kinima (PASOK). In 1981 werd hij gekozen in het
Griekse parlement. In datzelfde jaar werd zijn vader
premier. In 1985 werd hij staatssecretaris van Culturele
Zaken, in 1988 minister van Onderwijs en Religieuze Zaken,
1993 plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken, in
1994 weer minister van Onderwijs en Religieuze Zaken, in
1996 plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken en in
1999 minister van Buitenlandse Zaken. In 1997 was hij
speciaal aangesteld als minister die belast was met de
coördinatie rondom het bid voor het naar Athene halen van de
Olympische zomerspelen van 2004.
In zijn tweede termijn als minister van Onderwijs was
Papandreou de eerste politicus die gebruik maakte van
positieve discriminatie. Hij wees 5 procent van de plaatsen
op de universiteit in Thracië toe aan de moslimminderheid.
Als minister van Buitenlandse Zaken week hij af van
nationalistische opruiende retoriek van zijn vader en zette
in op betere banden met buurlanden
Turkije en Albanië. Ook zette hij zich
in om het om een einde te maken aan het conflict op Cyprus.
Papandreou steunde het Annan Plan. Hij hing het van
oorsprong Griekse standpunt aan dat Cyprus herenigd moest
worden.
In aanloop naar de Griekse parlementsverkiezingen in 2004
stond PASOK laag in de peilingen. De zittende premier Costas
Simitis kondigde daarom aan af te treden en wees Papandreou
aan als zijn opvolger. In 2006 werd hij ook benoemd tot
voorzitter van de Socialistische Internationale.
Bij de verkiezingen van 2007 verloor PASOK van Nea
Dimokratia van zittend premier Kostas Karamanlis. Het
leiderschap van Papandreou kwam daarom ter discussie te
staan, maar hij slaagde bij interne verkiezingen erin dat te
behouden. Bij de volgende verkiezingen in 2009 wist PASOK
wel te winnen. Zij werd de grootste partij met 43.92 % van
de stemmen en meerderheid aan zetels in het parlement. Op 6
oktober 2009 werd Papandreou benoemd als premier.
Premier
Meteen na zijn aantreden kreeg de nieuwe Griekse regering te
maken met grote financiële tegenvallers. De Griekse overheid
bleek jarenlang de financiële cijfers vervalst te hebben.
Daardoor had Griekenland te maken met enorm grote tekorten.
Alleen de hulp van de EU-landen en IMF het kon voorkomen
worden dat Griekenland failliet ging. De EU en het IMF
schoten het land te hulp met leningen maar in ruil daarvoor
moest Griekenland het begrotingstekort terugdringen. De
regering van Papendreou kondigde een groot aantal
maatregelen aan. De regering besloot tot verhoging van de
pensioengerechtigde leeftijd naar 65 jaar. Het gemiddelde
ambtenarenloon werd sterk verminderd en een deel van
ambtenaren zal worden ontslagen.[1] Ook de pensioenen zijn
verlaagd. De btw werd verhoogd, evenals de accijns op
alcohol en tabak. Het aantal gemeenten wordt teruggebracht
van 1000 naar 400, en een aantal staatsbedrijven zal worden
geprivatiseerd. Deze maatregelen zorgden voor grootschalige
demonstraties en rellen waarbij doden en gewonden vielen.
Op 1 november 2011 kondigde Papandreou een referendum aan
over de strenge maatregelen die de Europese leiders
Griekenland opgelegd hadden als voorwaarde voor noodhulp.
Dit was aanleiding voor Sarkozy en Merkel om de geldkraan
dicht te draaien. Volgens hen zou dit referendum gaan over
de vraag of Griekenland wel of niet in de eurozone zou
blijven. Papandreou besloot hierop het referendum in te
trekken.
bron: Wikipedia
 |
 |