Mythen

Het begin
De schepping
Kronos
Prometheus
Pandora
De vier tijdperken

Zeus en Hera
De ontsterfelijke kinderen van Zeus
Ares
Hephaistos
Hebe
Aphrodite en Eros
Perserphone
Pallas Athena
Apollo en Artemis
Hermes
Dionysos (Bakchos)

Poseidon
Hades

Sagen

Minos
Perseus
Herakles
De Argonauten en het Gulden Vlies
Bellerophon
Theseus
De Thebaanse sagen
Ilias, Troje en de Trojaanse oorlog
Odyssea, de thuisreis van Odysseus

 

Griekse beschaving

 

 

 

 

Griekse Mythen en Sagen: Het Begin

De Schepping

Voor de Schepping heerste Chaos over de Aarde. In de Chaos lagen scheppende krachten al lang verborgen. Toen gebeurde het wonder, de scheppende krachten begonnen te werken, en het universum zoals wij het nu kennen werd gevormd. De Hemel, Ouranos, en de Aarde, Gaia, werden gezien als het machtigste godenpaar. Gaia bracht reuzenkinderen ter aarde, de Titanen en de éénogige Kyklopen. Ouranos was bang voor deze reusachtige schepsels, en sloot ze op in de Tartaros, een diepe afgrond.

Kronos

Gaia kon het niet aanzien dat haar kinderen gevangen zaten, en hitste ze op om hun vader te verstoten. Alleen de jongste Titan, Kronos, durfde het op te nemen tegen zijn vader. Met een zeis gewapend overwon hij zijn vader, en nam hem gevangen. Zijn vader vervloekte hem, en voorspelde dat hetzelfde lot hem zou treffen: Verstoten worden door zijn eigen zoon. Kronos bevrijdde alle andere Titanen en Kyklopen, en gaf hun ieder een taak. Hij nam zijn zus, Rhea tot vrouw, en toen zij zwanger werd, kwam de gedachte aan de vloek weer op. Dus, toen het kind geboren werd, at hij het op. Dit gebeurde met alle andere kinderen ook zo, totdat Rhea bij haar jongste kind een list verzon. Toen Zeus, de jongste aanwinst in de familie Kronos, geboren was, wikkelde ze een steen in een deken, en gaf die aan de vader. Zeus werd verzorgd door een geit, Amaltheia. Om ervoor te zorgen dat Kronos het gejank van de jonge Zeus niet zou horen, liet Rhea haar priesteressen luid zingen, om het gebrul van Zeus te overstemmen. Toen Zeus groot en sterk was, viel hij zijn vader aan, en verstootte hem. Hij liet Kronos een smerige drank drinken, en Kronos braakte de steen en al zijn andere kinderen uit: Poseidon, Hades, Hera, Demeter en Hestia. Maar de strijd was nog niet gestreden. De Titanen kwamen in opstand tegen Zeus, onder leiding van Kronos. Gaia had ook nieuwe wezens voortgebracht, de Giganten, die de Titanen hielpen. Zeus bevrijdde de Kyklopen, onder voorwaarde dat ze een onoverwinnelijk wapen voor hem zouden maken. Zo kreeg Zeus zijn overbekende bliksemschichten. De strijd duurde lang en hevig, maar uiteindelijk overwonnen de Olympische Goden, en de Titanen werden weer opgesloten in de Tartaros. Het nieuwe geslacht van goden heerste vanaf nu over de stervelingen op aarde, terwijl zij eeuwig jong bleven.

Prometheus

In de scheppende krachten van Chaos lagen, behalve de mensen, ook planten en dieren verborgen. De jonge god van de liefde, Eros, zorgde ervoor dat de planten hun kleuren kregen, en dat de jonge dieren geboren werden. Er kwamen steeds meer dieren, lopende, kruipende, vliegende. Maar wat nog ontbrak, was een diersoort die over de andere zou heersen. Eros droeg Prometheus, de ‘Vooruitdenkende' om de mensen te scheppen. Hij deed dit naar het evenbeeld van de goden. Eros gaf de mensen alles wat de dieren ook hadden, maar dat was niet genoeg, dus schonk Pallas Athene het geestelijk vermogen om te denken aan de mensen. Daardoor kon de mens zich onderscheiden van de dieren. De eerste mensen leefden in grotten van wat de aarde hen gaf. Maar Prometheus zag dat er wat ontbrak, namelijk het vuur. De goden hadden het, maar Zeus wilde het niet aan de mensen geven. Prometheus bedacht een list waardoor de mensen het wel kregen, en met hun intelligentie bedachten de mensen steeds meer manieren om het vuur te gebruiken en ook misbruiken. Zeus kwam hierachter, en hij strafte Prometheus op een verschrikkelijke manier: In de Kaukasus werd hij vastgebonden aan een rots, waar overdag een adelaar zijn lever opat, en ‘s nachts groeide die weer aan, en dat totdat Herakles hem kwam verlossen.

Pandoers

Ook de mensen werden gestraft voor hun geschenk. Tot nu toe waren er op aarde geen ziekten, pijn en andere kwellingen geweest. Maar daar kwam verandering in. Zeus liet Hephaistos een beeld maken, dat kon spreken en bewegen als een mens. Alle goden en godinnen gaven hun eigenschappen door an dit beeld, en hiermee was de Straf geschapen: de Vrouw!!! Zij heette Pandora, de ‘Albegiftigde' Zeus gaf haar een doos, en verbood haar om er in te kijken. Zeus stuurde haar naar Epimetheus, de ‘Achternadenkende', die ook heel nieuwsgierig was. Samen keken ze wat er in de doos op, maar toen ze het deksel net hadden opgelicht, kwam er een stroom wezens uitzetten. Zeus had in de doos alle ziekten en rampen opgesloten, waar de mensen tot dan toe geen last van hadden. Ook al klapten Pandora en Epimetheus snel het deksel weer dicht, de wezens hadden zich al over de aarde verspreid. Slechts Één wezen bleef in de doos achter: Hoop.

De vier Tijdperken

De mens had al vier tijdperken doorgemaakt: Het Gouden Tijdperk, waarin de mens zonder zorgen leefden, er waren zelfs geen wetten nodig. Het was altijd lente, en de aarde schonk hen alles wat nodig was. De tijd dat Kronos aan het bewind was. Het Zilveren Tijdperk, waarin het jaar verdeeld werd in vier seizoenen, en de mensen moesten werken om te overleven. Dit begon met de regering van Zeus. In het Bronzen en IJzeren Tijdperk werd de mens steeds slimmer, maar ook steeds minder van karakter. Ze begonnen met het verzamelen van de rijkdommen die in de aarde zaten, en ze maakten het leven steeds makkelijker. Wat het ergste was, is dat ze begonnen met het plunderen van andere mensen, m er zelf beter van te worden. Ze gingen ook wapens maken, waarmee ze elkaar te lijf gingen. Dit maakte Zeus zo kwaad, dat hij besloot om de mensheid te vernietigen. Hij liet het regen zoals nooit tevoren. Dagen achtereen regende het. De menden probeerden de hoogte van de bergen te bereiken om te overleven, maar tevergeefs. Ook Poseidon hielp zijn broer, door het water in de zeeën te laten stijgen. Één mensenpaar overleefde de ramp: Deukalion en Pyrrha. Prometheus had zijn zoon Deukalion de raad gegeven om een ark te bouwen, en met zijn vrouw, Pyrrha, overleefde hij de zondvloed, doordat de ark op het water bleef drijven. Zeus zag dat zij rechtschapen mensen waren, en besloot de zondvloed te stoppen. Het water keerde terug naar de zeeën, en het land werd weer droog. Deukalion wilde graag een nieuwe mensheid scheppen, om overnieuw te kunnen beginnen. Zij daalden af naar de tempel van Gaia, waar zij, nadat ze om raad hadden gevraagd, te horen kregen dat ze de beenderen van hun Moeder achter hen moesten gooien. De Moeder was de aarde, en Deukalion begreep dat met de beenderen stenen werden bedoeld. Deukalion en Pyrrha begonnen stenen naar achteren te gooien, en die stenen werden mensen. De stenen die Deukalion wierp mannen, die van Pyrrha vrouwen. Deukalion en Pyrrha kregen ook nog een zoon, Hellen. Deze zou de stamvader van de Hellenen worden.

Zeus en Hera

Nadat de Titanen en Giganten waren overwonnen, verdeelde Zeus, samen met zijn twee broers de taken. Poseidon kreeg de zeeën en oceanen, Hades kreeg de onderwereld. Zeus gaf zichzelf de oppermacht over de hemel en de aarde. Maar, omdat de aarde steeds voller werd, gaf hij ook zijn zussen, en (klein)kinderen ieder een eigen taak. Zeus woonde met zijn nogal temperamentvolle familie op de Olympos. Daar genoten ze alle luxe die je je maar wensen kan. Maar één ding ontbrak, een goede wijnschenker. Eerst was Zeus' dochter Hebe met deze taak belast, totdat ze eens een beker omstootte. Dat maakte Zeus zo woedend, dat hij in de gedaante van een adelaar naar de aarde vloog, waar hij al snel een nieuwe schenker vond, Ganymedes. Ganymedes' vader, de koning van Troje, Tros, kreeg in ruil voor zijn zoon een span onsterfelijke paarden. Als dank voor de goede diensten van Ganymedes, werd hij aan de hemel gezet als het sterrenbeeld Waterman.

Home